9. Wie moet Inland AIS aan boord hebben?

Zoals we hierboven hebben vermeld, zijn er verschillende soorten AIS-stations. Voor mobiel gebruik (aan boord) zijn er Class A, Class B and Inland AIS-stations.

De commerciële binnenvaart moet Inland AIS aan boord hebben, aangezien de nationale regelgevingen dat opleggen. Vaartuigen zonder motor in een combinatie met een duw- of trekschip hoeven geen eigen Inland AIS-station aan boord te hebben. De AIS-informatie van een combinatie wordt verstuurd door het trek- of duwschip, rekening houdend met de nieuwe afmetingen van de combinatie. In een trekcombinatie met twee of meer motorschepen moet elk schip zijn eigen informatie zenden, met inbegrip van de eigen afmetingen en het juiste scheepstype.

Zeevarende schepen moeten (verplicht) Class A-stations aan boord hebben. Inland AIS-stations zijn zo goed als gelijk aan Class A-stations. Het verschil is dat Inland AIS bijkomende informatie geeft die specifiek voor de binnenvaart geldt, zoals ENI-nummer, blauw bord, blauwe kegels, enzovoort. Binnenvaartschepen kunnen alle AIS-informatie van zeeschepen zien. Zeeschepen kunnen alle standaard AIS-informatie van alle binnenschepen zien, maar niet de specifieke binnenvaartinformatie. In de buurt van zeehavens en zeerivieren kan worden verwacht dat er gemengd verkeer is met zowel Class A- als Inland AIS-stations.

Voor de pleziervaart worden overal Class B-stations toegelaten. Ze hebben niet alle functionaliteiten van Class A of Inland AIS-stations, maar de meest relevante berichten over bijvoorbeeld positie en identiteit kunnen worden ontvangen door alle Class A- en Inland AIS-stations, en vice versa. Class Bstations zijn niet toegelaten op commerciële zeevaart- en binnenvaartschepen zoals ze in dit hoofdstuk worden beschreven. Als AIS-symbolen worden weergegeven op (Inland) ECDIS of radar is het verschil tussen de soorten zendstations niet altijd duidelijk (zelfde symbolen).